Onderzoekers richtten zich op gemeenschappelijke impact Nieuwjaarsbrand

Terug naar het overzicht

Al bijna twee jaar komt de werkgroep ‘Nieuwjaarsbrand, 20 jaar later’ bijeen en sinds enige tijd zijn twee onderzoekers, Vincent van der Vlies en Pauline Aarten, daar bij aangesloten. Samen met enkele studenten willen zij via de narratieve – oftewel verhalende – methode, twintig jaar na dato de impact die het heeft (gehad) op de gemeenschap vastleggen. Ten behoeve van de wetenschap. Iets wat niet eerder bij vaderlandse rampen is gebeurd.

Juist dat laatste triggerde Vincent van der Vlies. Hij is geen onbekende in Edam-Volendam: vanuit Adviesbureau Berenschot werkte hij in opdracht van de gemeente enige tijd mee aan het Actieprogramma Integrale Veiligheid. ,,Eigenlijk is mijn algemene interesse gewekt door de Vuurwerkramp: die dag heeft zonder dat ik dat op dat moment wist mijn leven beïnvloed. Hierdoor kwam er geld voor onderzoek naar gevaarlijke stoffen en solliciteerde ik in Nijmegen op een promotieplek, binnen een plan om dat soort rampen tegen te gaan. Later vond ik het eigenlijk wel gek, dat ondanks dat je er niet bij betrokken bent geweest, zo’n gebeurtenis zo’n effect kan hebben op je leven. Hoe zou dat moeten zijn voor de degene die het wél zelf hebben meegemaakt, welke impact heeft dat op de lange termijn op hen? Dat vroeg ik me zelf destijds af.”

Monument

,,Naderhand heb ik nog rampplekken als Tsjernobyl bezocht, maar ook in Uithoorn, waar een grote explosie is geweest. Ik sprak met mensen die nauw betrokken waren geweest bij de Vuurwerkramp. Dat waren individuen, maar de vraag bleef steeds hangen: wat doet zo’n ramp met de gemeenschap? Welke negatieve en positieve effecten heeft dat? Drie jaar geleden kreeg ik namens Berenschot een opdracht hier. Aan het einde daarvan vroeg ik aan burgemeester Sievers hoe zij, zoveel jaar na de Nieuwjaarsbrand, de impact daarvan ervaarde sinds ze in de gemeente
was gekomen. Ze vertelde talrijke anekdotes, uit de verhalen die mensen haar hadden verteld. Ze toonde me het boek van het monument op de dijk, met de verhalen achter de tegeltjes van broers, zussen, vrienden, familieleden. Dat maakte grote indruk op mij. Ik raakte geïntrigeerd, door alles wat er zich moet hebben afgespeeld, de mensen die er niet waren maar wél veel hebben meegekregen, tot aan de grote rampspoed van de mensen die het écht hebben meegemaakt. Dat leidde er toe dat ik haar vertelde dat het me zo interessant leek het verhaal van de gemeenschap op te tekenen.”

,,Ondertussen ontmoette ik Pauline, toen ik als gastmedewerker van de Universiteit Leiden een introductiedag had. We hadden een boeiend gesprek over de niet fraaie dingen des levens en haar onderzoeken in Cambodja, Congo en naar verkeersslachtoffers. Ik vertelde haar het idee en dat ik me afvroeg af wat er precies onderzocht is op dit gebied. Zij gaf aan dat het wetenschappelijk vernieuwend was, kijkend naar de Nederlandse situatie. Er is wel op individueel niveau onderzocht, maar niet op gemeenschapsniveau. Het werd voor beide een fascinatie, in de
goede zin des woord. En is inmiddels iets dat we naast ons werk doen. Het is nieuwsgierigheid en wetenschappelijke verwondering.”

Pauline Aarten is victimoloog en criminoloog, ze is verbonden aan het Institute of Security and Global Af fairs, aan de Leidense Universiteit. ,,Toen ik voor het victimologisch instituut in Tilburg werkte, keken we naar slachtofferschap, impact, ervaringen en de nasleep. Ik was begonnen met een project, waarbij de nieuwe methode werd gekozen om het op verhaalniveau te doen. Vaak worden er vragenlijsten voor gebruikt, maar daar kan geen verdieping in worden aangebracht, terwijl de persoon wel iets heel naars heeft meegemaakt. Iedereen heeft een verhaal en dat wil men vaak ook graag kwijt. Daarom hebben we die nieuwe uitgeprobeerd: de narratieve methode. Iets wat in andere landen al werd gebruikt. Om te kunnen begrijpen hoe iemand reageert en
handelt, is het belangrijk het levensverhaal aan te horen. Want alle ervaringen die we hebben opgedaan, vormen wie we nu zijn.” ,,Destijds heb ik dat gedaan bij nabestaanden van moord en doodslag en slachtoffers van seksueel misbruik en zwaar geweld misdrijven. Soms zat ik hele dagen met mensen, soms twee of drie keer. Dan bouw je een band op en kun je beter begrijpen, bijvoorbeeld ook hoe zij op de nasleep van een rechtszaak reageren. Die methode had bijzondere opbrengsten. Mensen waren blij hun verhaal te kunnen vertellen. Als het gaat om iets wat lang geleden is gebeurd, kan het zijn dat de mensen uit je omgeving immers niet meer zo geïnteresseerd zijn. Ze kennen immers het verhaal. Maar voor de direct betrokkenen blijft het verhaal altijd een onderdeel van het leven en daarom is het fijn de ruimte te geven en te laten blijken dat dat verhaal er nog steeds toe doet.”

,,Die narratieve methode ben ik ook gaan gebruiken voor latere onderzoeken, omdat bleek dat het zoveel meerwaarde had. Niet alleen voor de persoon zelf, maar ook voor mij als onderzoeker. Op die manier achterhaal je de diepere laag. Het is een wetenschappelijke manier om meer inzicht te krijgen in de ervaringen van de betreffende mensen. Ervaringen die impact hebben gehad op het vervolg van hun leven. Toen Vincent mij vroeg met betrekking tot ‘Volendam’, werd ik meteen enthousiast. Je kunt op verschillende niveaus dingen bereiken. Je kunt laten zien dat je geïnteresseerd bent in het verhaal en je kunt op een wetenschappelijke manier analyses er op los laten.” Vincent: ,,Als je kijkt naar de Nieuwjaarsbrand en Volendam: de gebeurtenis is uniek en de gemeenschap is uniek. Het is helaas niet de laatste ramp die we gaan meemaken in Nederland: daarom is het goed om alles wat we qua lessen kunnen leren voor andere rampen, voor de lange termijn, in kaart te brengen.” Pauline: ,,En deze ervaringen vormen niet alleen lessen voor wanneer er iets groots in een stad gebeurt, maar ook voor individuele gebeurtennissen en de kring daar omheen. Het heeft invloed op verschillende lagen. Het heeft impact op iedereen.”

Vijf studenten zijn inmiddels begonnen. Vincent: ,,Met het verkennen van allerlei facetten en er is ook literatuuronderzoek gedaan. We willen straks de verdiepingsslag gaan maken.” Pauline: ,,We nemen er de tijd voor, het hoeft beslist niet eind dit jaar klaar.”

Wil je je verhaal – als betrokkene bij de Nieuwjaarsbrand van 01- 01-01, vertellen, meld je dan aan bij v.vandervlies@berenschot.nl of p.g.m.aarten@fgga.leidenuniv.nl